Tip 1 temperatuur.(25°C) Als je een massage wil geven, kies dan bij
voorkeur een rustige omgeving uit als locatie. Zorg ervoor dat de
ruimte waarin je masseert netjes is, met voldoende luchttoevoer en een
aangename.
Tip 2 Een zacht instrumentaal achtergrondmuziekje en een aangenaam
geurtje, bijvoorbeeld lavendel, kunnen bijdragen tot het sterker gevoel
van 'geborgenheid' bij je ontvanger. Een paar brandende kaarsen kunnen
die sfeer nog verbeteren.
Tip 3 Als naaktmassage of massage rechtstreeks op de huid niet
noodzakelijk of gewenst is, draagt zowel de gever als de ontvanger best
loszittende, katoenen kleding.
Tip 4 Propere, warme handen zijn een must bij elke massage. Wrijf ze
daarom, voor het begin van de massage, een tijdje stevig tegen elkaar.
Daarmee laad je ze op met energie. Zorg ervoor dat je nagels kort
zijn.
Tip 5 Stem je innerlijk af op je ontvanger. De intenties die jij met je
massage meestuurt bepalen in grote mate het welslagen ervan, meer nog
dan de technieken die je gebruikt.
Tip 6 Praat niet teveel tijdens de massage, want dat leidt af. Als je
allebei je volle aandacht op het massagegebeuren richt, geniet je er
inniger van en is je behandeling indringender. Natuurlijk is het wel
fijn dat je elkaar af en toe wat feedback geeft.
Tip 7 Je behandeltafel of – matras moet stevig zijn, niet te hard maar
zeker niet te zacht. Zorg ervoor dat ze de juiste hoogte heeft, want
anders krijg je problemen met je rug. Een shiatsu-futon is perfect.
Sommige ontvangers verkiezen hun hoofd op een kussentje of gevouwen
handdoek te laten rusten.
Tip 8 Gebruik een aan het huidtype van de ontvanger aangepaste,
welriekende massageolie of -lotion. Zorg ervoor dat dit parfum in
harmonie is met de geur die je eventueel in een aromalampje verbrandt.
Gebruik de olie of lotion beetje bij beetje, niet teveel ineens. Plaats
je flesje zo dat je het, tijdens de massage, steeds binnen handbereik
hebt.
Tip 9 Gebruik bij het masseren steeds je volledige hand : vingers,
palm, hiel en vingertoppen. Breng variatie in je ritme en de druk
waarmee jij je massage uitvoert. Tracht alle massagebewegingen
vloeiend, als een geheel te laten verlopen.
Tip 10 De eenvoudigste en meest gebruikte basisgrepen om een massage
uit te voeren zijn: effleurage of strijken, petrissage of kneden,
frictie of drukken en tapotement of kloppen.
Tip 11 Je houdt bij het masseren best een vaste volgorde aan. De meest
logische lijkt ons een massage van : de rug - de achterkant van de
benen - de schouders, nek en hoofdhuid – het gezicht – de armen en
handen – de voorkant van de romp en ten laatste de voorkant van de
benen en de voeten, te zijn. Bedek de naakte lichaamsdelen, die niet
gemasseerd worden, met een handdoek om ze warm te houden.
Tip 12 Neem voldoende tijd voor het geven van je massage. Gebruik
steeds je beide handen en verbreek het contact met je ontvanger nooit.
Let erop dat je de massage niet te hard geeft. Daardoor raken je
ontvangers spieren vermoeid in plaats van ontspannen.
Tip 13 Laat je ontvanger nooit binnen het half uur na de massage, met de auto rijden.
Tip 14 Heb je geen massagepartner ? Jezelf masseren is een uitstekende
oefening om de technieken van het geven en ontvangen van een massage in
de vingers te krijgen. Je gezicht, schouders, benen en voeten lenen
zich daar perfect toe.
Tip 15 De dag na de massage
De dag na de massage kan je ontvanger zich wat misselijk en moe voelen,
of wat hoofdpijn hebben. Door je massage werd er bij hem/haar heel wat
losgemaakt. Bovenstaande symptomen kunnen daar het gevolg van zijn,
Vele klachten kunnen echter voorkomen worden door, onmiddellijk na en
de eerste dag na de massage, veel water te drinken.
Tip 16 Wanneer is een massage niet gewenst, zelfs af te raden?
Voor een gezond iemand werkt massage ondersteunend. Ook bij de meeste
lichamelijke en/of geestelijke klachten is een massage meestal positief
en helend. Bij een aantal kwalen echter wordt massage sterk afgeraden
of zelfs ten strengste verboden: bij elke ziekte die gepaard gaat met
koorts - tijdens de eerste 3 maanden van een zwangerschap - bij griep -
bij alle infectieziektes - bij alle besmettelijke aandoeningen - bij
alle vormen van kanker - bij aids – bij pijn - bij een algemeen onwel
zijn gevoel, waarvan de oorzaak niet bekend is - bij eczeem en andere
onbekende huidaandoeningen.